85 wijsheden van de Chinese wijsgeer en filosoof Lao Tse
Het verhaal gaat dat Lao Tse, enige tijd als filosoof rondtrok, maar niemand tegenkwam die naar zijn waarheden wilde luisteren. Uiteindelijk gaf hij het op de mensen goede raad te geven en besloot de beschaafde wereld, in zijn geval China, te verlaten. Aan de westgrens kwam hij een poortwachter tegen, die hem overhaalde zijn ideeën op te schrijven, omdat het zonde zou zijn als die verloren zouden gaan. Dat werden de 85 wijsheden van Lao Tse. Onder deze afbeelding van Lao Tse heb ik alle 85 wijsheden onder elkaar gezet.
01. Je kunt niet alles hebben, waar zou je het laten?
02. Van liefde alleen kan men niet leven, zonder liefde sterft men.
03. Het is de tegenwind die de vlieger doet stijgen.
04. Rust in de ziel is het grootste geluk.
05. Ik behandel goed wie goed is.
06. Ik behandel ook goed wie niet goed is, zo bereik ik goedheid.
07. Ik ben eerlijk tegen wie eerlijk is.
08. Ik ben ook eerlijk tegen wie niet eerlijk is, zo bereik ik eerlijkheid.
09. Verheugt je op het leven, het is al later dan je denkt.
10. Een pad ontstaat door er op te lopen.
11. Omdat hij niet wedijvert, neemt niemand het tegen hem op.
12. Wie geen vertrouwen in anderen stelt, zal nimmer het vertrouwen van anderen winnen.
13. Het is verstandiger een kaars aan te steken, dan te klagen over de duisternis.
14. Vrij zijn van wensen leidt tot innerlijke rust.
15. Zelfs een mars van duizend mijl begint met de eerste stap.
16. Als je troebel water met rust laat, wordt het vanzelf helder.
17. Voorkom het moeilijke door het gemakkelijke te doen.
18. Pak het moeilijke aan als het nog makkelijk is.
19. Doe het grote als het nog klein is.
20. Roem of je gezondheid: Welke telt meer?
21. Je gezondheid of je welstand: Welke is kostbaarder?
22. Winst of verlies: Bij welke is er schade?
23. Als je verlangens groot zijn, want zo bereik je de goedheid, ben je op weg naar buitensporigheid.
24. Als je veel dingen opbergt, ben je op weg om veel te verliezen.
25. Als je tevredenheid kent, zal je niet in ongenade vallen.
26. Als je weet wanneer te stoppen, zal je geen schade lijden en kan je het lang uithouden.
27. Vriendelijkheid in woorden schept vertrouwen, vriendelijkheid in denken schept diepzinnigheid, vriendelijkheid in geven schept liefde.
28. Aan de geest die stil is, geeft het hele universum zich over.
29. Het nut van een pot komt voort uit zijn leegheid.
30. Ledig jezelf van alles. Laat je geest vredig zijn.
31. Terwijl tienduizend dingen opkomen en vallen, denkt het zelf na over hun terugkeer.
32. Elk van hen groeit en bloeit en keert dan terug naar de bron.
33. Terugkeren naar de bron is stilte, dat is de manier van de natuur.
34. De wijze kent zichzelf, maar toont zichzelf niet.
35. Hij houdt van zichzelf, maar hecht geen belang aan zichzelf.
36. Haal voordeel uit wat is, maar zie het nut van wat niet is.
37. Omdat hij één met het grote is, is hij volgens Dao, omdat hij volgens Dao is, is hij eeuwig.
38. Het vergaan van zijn lichaam houdt geen gevaar in.
39. Houvast biedt het gewone te tonen en eenvoud te betrachten en zo de hebzucht te verkleinen en de begeerten te verminderen.
40. Ook de fijnste wapens zijn het werktuig van het kwade en worden door alle wezens gehaat.
41. Bij slachting van mensen, mogen wij wenen van verdriet.
42. Bij het behalen van een overwinning, mogen wij rouwdiensten houden.
43. Wie anderen kent, is wijs. Wie zichzelf kent, is verlicht.
44. Wie anderen overwint, is krachtig. Wie zichzelf overwint is sterk.
45.Vermindering leidt vaak tot aanwinst, vermeerdering vaak tot verlies.
46. Wat anderen vóór mij leerden, leer ik ook.
47. Dat gewelddadige en woeste mensen nooit een natuurlijke dood sterven.
48. Dit wordt de grondslag van mijn leer.
49. Het zachtste op aarde kan het hardste op aarde overwinnen.
50. Niet zijn vloeit zelfs waar er geen ruimte is.
51. Zo weet ik van het voordeel van te handelen door niet handelen.
52. Weinigen beheersen de leer die wordt verkondigd zonder woorden.
53. Weinigen begrijpen waarom je moet handelen door niet handelen.
54. Wat hebben wij het meeste lief, roem of ons leven?
55. Wat is meer waardevol, ons leven of rijkdom?
56. Wat is nadeliger, aanwinst of verlies?
57. Wie kostbare begeerten koestert, zal grote sommen verkwisten.
58. Wie het meeste vergaart, zal de grootste verliezen lijden.
59. Wie tevreden is, lijdt geen beschaming.
60. Wie weet wanneer te stoppen, loopt geen gevaar, en blijft behouden.
61. Wie inziet dat hij zijn tevredenheid aan tevredenheid te danken heeft, zal zich nimmer anders tevreden laten stellen.
62. Ik behandel goed wie goed is.
63. Ik behandel ook goed wie niet goed is, want zo bereik je de goedheid.
64. Ik ben eerlijk tegen wie eerlijk is.
65. Ik ben ook eerlijk tegen wie niet eerlijk is, want zo bereik je de eerlijkheid.
66. Hoe meer verboden en censuur er in de wereld zijn, hoe armer de mensen worden.
67. Hoe meer scherpe wapens de mensen bezitten, hoe onrustiger wordt de staat.
68. Hoe meer sluwheid en vernuft de mens ontwikkelt, hoe meer vergrijpen hij begaat. Hoe meer wetten en regels worden opgelegd, hoe meer dieven en vandalen ontstaan.
69. Daarom zegt de wijze: Ik treed niet op, de mensen veranderen uit zichzelf.
70. Handel door niet te handelen en wordt als vanzelf welvarend.
71. Om over de mensen te heersen en de Hemel te dienen, moet je matig zijn.
72. Alleen als men matig is, kan men zich gauw herstellen.
73. Een grote staat wil andere aan zich hechten en een kleine wil andere dienen.
74. Opdat beide krijgen wat ze willen, moet de grote staat zich onder plaatsen.
75. De wijze bevindt zich boven, maar de mensen voelen zijn gewicht niet.
76. Hij loopt voor, maar de mensen treden hem niet op de hielen.
77. De wereld zingt hem lof toe zonder er moe van te worden.
78. Zwakken wachten op hun kans, Sterken zoeken hun kans en grijpen die, Wijzen creëren hun eigen kansen.
79. Maar weet, dat de Weg van de Hemel niet vecht en toch overwint, niet beveelt en toch het juiste antwoord geeft, niet gebiedt en toch gehoorzaamd wordt.
80. Wie zijn bestemming kent, vindt de weg.
81. Om vrede in de wereld te hebben, moeten de volken in vrede leven.
82. Om tussen de volken vrede te hebben, moeten de steden niet tegen elkaar opstaan.
83. Om vrede in de steden te hebben, moeten de buren elkaar verstaan.
84. Om vrede tussen de buren te hebben, moet er vrede heersen in huis.
85. Om thuis vrede te hebben, moet je hem vinden in je eigen hart.